Informatie

11de verslag aan de wetgevende kamers - Cijfers voor de jaren 2022-2023

Dit rapport biedt een gedetailleerde statistische analyse van de toepassing van de wet op euthanasie in België, zoals blijkt uit het onderzoek van de registratiedocumenten, en doet aanbevelingen om het beheer- en de modernisering van de processen te verbeteren.

Dit tweejaarlijks rapport wil de resultaten en de trends zoals die op te maken zijn n.a.v. de registratiedocumenten van de voorbije jaren op een uitgebreide en transparante manier weergeven.

Het aantal geregistreerde euthanasies bleef met gemiddeld 12% per jaar stijgen. Het totale aantal ontvangen registratiedocumenten bedroeg voor 2022 en 2023, 6389.

Zoals reeds vermeld in de vorige verslagen, heeft de Commissie niet de mogelijkheid om de verhouding van het aantal aangegeven euthanasies ten opzichte van het aantal werkelijk uitgeoefende euthanasies te evalueren.

In dit verband moet eraan herinnerd worden dat enkel het opzettelijk levensbeëindigend handelen op verzoek van de betrokkene (Art. 2 Wet betreffende de euthanasie) beschouwd wordt als euthanasie in de zin van de wet. Het gebruik van verschillende niet-letale middelen met het opzet om het lijden te bestrijden is per definitie geen euthanasie, ook niet als dit handelen het overlijden van de patiënt bespoedigt.

De verhouding tussen het aantal Nederlandse en Franstalige documenten bleef stabiel (70,6 NL / 29,4 FR) maar de registratiedocumenten in het Frans zijn de afgelopen twee jaar zeker toegenomen.

70,3% van de patiënten was ouder dan 70 jaar en 42% was ouder dan 80 jaar. Het aantal euthanasies bij patiënten jonger dan 40 jaar bleef zeer beperkt (1,2%). Het waren vooral patiënten in de 6de, 7de, en 8ste levensdecade die euthanasie vroegen (75,5%). De grootste groep waren patiënten tussen 80 en 89 jaar (28,5%) vergeleken met de jaren 2021-2021.

In 2022 en 2023 werd in totaal één registratiedocument betreffende euthanasie bij een oordeelsbekwame minderjarige patiënt geregistreerd.

Sinds 2022 is de percentage euthanasies dat wordt uitgevoerd in ziekenhuizen en eenheden voor palliatieve zorg gestegen( 32%).

Het percentage euthanasie dat thuis plaatsvond neemt af (49%) terwijl de percentage euthanasies dat wordt uitgevoerd in woon- zorgcentra blijft toenemen (17%).

In de overgrote meerderheid van de gevallen (80,8%) werd door de arts het overlijden verwacht binnen afzienbare termijn (terminale patiënt).

Bij de meerderheid van de patiënten werd zowel lichamelijk als psychisch lijden (niet te verwarren met psychiatrische aandoeningen) gelijktijdig waargenomen (74,4%). Dit lijden was steeds het gevolg van één of meerdere ernstige en ongeneeslijke aandoeningen.

Minder dan 1% van de euthanasies werd uitgevoerd op basis van een voorafgaande wilsverklaring euthanasie en dit bij patiënten die onomkeerbaar niet meer bij bewustzijn waren.

In 2022-2023 waren de voornaamste categorieën die aan de basis lagen van de uitgevoerde euthanasies nieuwvormingen/kanker ((57,5%), polypathologie (21,5%), en ziekten van het zenuwstelsel (9,3 %), ziekten van het hart -en vaatstelsel (3,4%), ziekten van de luchtwegen (3%), cognitieve stoornissen (1,3%), psychiatrische aandoeningen (1,2%), ziekten van het bot-spierstelsel en bindweefsel (0,6%), letsel, vergiftigingen en bepaalde andere gevolgen van uitwendige oorzaken (0,5%) en ziekten van het spijsverteringsstelsel (0,4 %). Alle andere categorieën vertegenwoordigen 1,2 % van de aandoeningen

Verzoeken om euthanasie op basis van psychische- en gedragsstoornissen (psychiatrische aandoeningen zoals stemmingsstoornissen en cognitieve stoornissen zoals ziekte van Alzheimer worden verzameld in deze groep) bleven uitzonderlijk (2,5% van alle euthanasies). In al deze gevallen kon men vaststellen dat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan (een wilsbekwame patiënt, een schriftelijk verzoek, een medisch uitzichtloze toestand, ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door een ernstige en ongeneeslijke ziekte, een herhaald verzoek).

Praktijken conform de wet

De Commissie benadrukt dat de ontvangen verklaringen voldeden aan de essentiële wettelijke voorwaarden:

  • vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek zonder externe druk,
  • ernstige en ongeneeslijke ziekte, waarbij de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt
  • ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door deze aandoening

Conclusie: een praktijk in ontwikkeling

De gedetailleerde gegevens in dit rapport tonen niet alleen een constante stijging van de registratie van documenten, maar ook een diversiteit aan medische situaties, patiëntprofielen en locaties waar deze handelingen worden uitgevoerd.

In 2022 en 2023 werd, net als in voorgaande periodes, geen enkel dossier doorverwezen naar het parket, wat wijst op naleving van de wet door zorgverleners.

De Commissie bevestigt in haar verslag, net zoals voorheen, dat de toepassing van de wet geen noemenswaardige problemen heeft opgeleverd of aanleiding heeft gegeven tot misbruiken waardoor wetgevende initiatieven verreist zouden zijn.

Extra informatie