Informatie

De cijfers hebben betrekking op de door de Commissie onderzochte registratiedocumenten van patiënten die euthanasie ondergingen in de periode tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018. Een gedetailleerde analyse van de aangegeven euthanasies in 2018 zal terug te vinden zijn in het tweejaarlijks verslag van de Commissie ( hierin worden alle gegevens van 2018 en 2019 besproken).

In de periode 2018 werden 2357 euthanasies geregistreerd. De overgrote meerderheid van deze documenten waren Nederlandstalig. Het ging voornamelijk om patiënten tussen de 60 en 89 jaar en iets meer vrouwelijke patiënten. Thuis was de belangrijkste plaats van uitvoering.

De voornaamste categorieën van aandoeningen die aanleiding gaven tot een euthanasieverzoek waren ofwel kwaadaardige aandoeningen (kankers) of een combinatie van verschillende ernstige en ongeneeslijke aandoeningen (polypathologie) die niet meer voor verbetering vatbaar waren en die ernstige handicaps veroorzaakten tot orgaanfalen toe. Bij de overgrote meerderheid van de patiënten werd het overlijden binnen afzienbare termijn verwacht (terminale patiënten).

In de groep patiënten waarvan het overlijden niet binnen afzienbare termijn werd verwacht
(niet-terminale patiënten), zijn de patiënten die aan polypathologie leden het sterkst vertegenwoordigd, terwijl kankerpatiënten uiterst zelden als niet-terminaal werden beschouwd.

Verzoeken om euthanasie op basis van psychische en gedragsstoornissen (psychiatrische aandoeningen) bleven uitzonderlijk (2,4 % van alle euthanasies). In al deze gevallen kon men vaststellen dat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan (een wilsbekwame patiënt, een schriftelijk verzoek, een medisch uitzichtloze toestand, ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door een ernstige en ongeneeslijke ziekte, een herhaald verzoek.

In 2018 werden er geen registratiedocumenten betreffende euthanasie bij oordeelsbekwame minderjarige patiënten geregistreerd.

De Commissie was van oordeel dat alle ontvangen verklaringen voldeden aan de essentiële eisen van de wet. Daarom was het niet nodig een dossier te verzenden naar de procureur des Konings voor verder onderzoek.

Extra informatie